Inleiding.
Heraldiek is een deftig woord voor wapenkunde en is afgeleid van het woord heraut. Een heraut had in de vroege Middeleeuwen de taak uitnodigingen en aankondigingen voor toernooien te doen. Ook inspecteerden zij de uitrustingen en bepaalde of desbetreffende ridder gerechtigd was aan een toernooi deel te nemen. Tenslotte moesten zij nagaan of de deelnemers hun embleem (wapen) terecht voerden. Om deze taak goed te kunnen vervullen was diepgaande kennis nodig van de ridderwapens en geleidelijk werden de herauten de deskundigen op dit gebied.
De eerste (persoons- of groepsgebonden) wapens werden gevoerd door krijgslieden te paard in het begin van de 12e eeuw. Het wapen op hun schild moest voor vriend en vijand duidelijk herkenbaar zijn.  De bereden krijgslieden werden een klasse apart en kregen de benaming ridders. Omdat iemand met een helm op slecht herkenbaar is, ging men herkenningstekens aanbrengen: op het schild, de wapenrok, bovenop de helm en op het paardendek.
Het ridderschap kreeg in de loop van de 13e eeuw zo'n waarde en aanzien, dat niet alleen de oorspronkelijke ridders maar ook de hoge adel tot het ridderschap toetrad.
Het ideaal van de ridder, als symbool van bescherming van de zwakkeren en het bestrijden van onrecht, bleek al snel niet meer opgewassen tegen de werkelijkheid. Wat overbleef waren de riddertoernooien en op dit kleurrijke toneel kon de heraldiek zich ontplooien.

In de steden kreeg de burgerij onafhankelijkheid en eigenwaarde. Ridderschap en stadsbevolking waren geen streng gescheiden groepen. Jongere zoons van ridders vestigden zich in de opkomende steden en behielden het gebruik van hun wapens die inmiddels van vader op zoon werden overgedragen: het begin van erfelijke familiewapens. De oudste wapens van burgers stammen uit de jaren rond 1240 en zij kwamen voor in Noord-Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden. Hier maakte de burgerlijke heraldiek een sterke opkomst en bloei door en zo zouden burgerlijke wapens zich over Europa uitspreiden.
Familiewapens kwamen voor op zegels onder officiële documenten, gevelstenen en andere versieringen.

De onderdelen van een familiewapen.

1. Schild.
2. Helm.
3. Dekkleden.
4. Wrong.
5. Helmteken.


    
Het Schild + regels.

Het schild is het belangrijkste deel van het wapen. Een wapen kan ook slechts uit het schild alleen bestaan.
Er bestaan verschillende vormen, maar het type met een half-cirkelvormige onderkant is de meest voorkomende. Ongehuwde vrouwen voeren meestal een ruitvormig schild, gehuwde vrouwen een ovaal schild.
Het oppervlak van het schild wordt het veld genoemd. Alles wat daarop voorkomt noemt men stukken.
De beschrijving van het schild heet met een mooi woord de blazoenering. Die moet zeer precies zijn: een heraldisch tekenaar moet hieruit zonder voorbeeld het wapen kunnen reproduceren.
Belangrijk te weten is dat het wapen wordt beschreven vanuit het gezichtpunt van de drager op een zelfde manier zoals u spreekt over bijvoorbeeld uw rechterarm. Iets wat rechts wordt genoemd, komt voor de kijker dus links op de tekening.

Een schild heeft altijd een kleur. Deze zijn: rood (keel), blauw (lazuur), groen (sinopel), purper (paars) of zwart (sabel) óf zijn van metaal: zilver (wit) of goud (geel). Daarnaast bestaan er de bontwerken hermelijn en vair. Kleuren als oranje, bruin, huidskleur (roze) en natuurlijke kleuren zijn zeldzaam en komen op moderne wapens eigenlijk niet voor.
De kleuren en metalen kunnen in geometrische onderverdelingen over het schild verdeeld zijn. Het is in principe NIET toegestaan kleur op kleur of metaal op metaal te plaatsen. Dus geen zilver voorwerp op een gouden schild en ook geen rode haan op een blauw veld.

Stukken worden gestileerd afgebeeld: dus vereenvoudigd waarbij allerlei kleine details worden weggelaten.
Stukken worden zonder perspectief dus plat afgebeeld. Alleen schaduwlijntjes mogen enig reliëf suggereren.
Tenslotte moet het stuk het veld zoveel mogelijk vullen en aan de schildvorm zijn aangepast.

Een schild kan in vele geometrische verdelingen voorkomen vergezeld van hoofd- en nevenstukken die een vaste omschrijving kennen. Deze zijn tamelijk uitgebreid en daarvoor verwijzen we u naar de website www.wazamar.org .



Helm.

Er bestaan verschillende soorten helmen waarmee een schild kan worden afgebeeld. De meeste gebruikte en ook de meest sierlijke is de traliehelm (zoals afgebeeld). Deze wordt dan recht aanziend of een kwartslag naar links of rechts gedraaid afgebeeld.


Dekkleed.

Dekkleden waren oorspronkelijk mantels die over de top van de helm werden geschoven of over de schouders werden gedragen. Het diende ter bescherming van felle en warme zonnestralen en bovendien brak zo'n fladderend stuk stof de eerste kracht van een zwaardhouw.
Het dekkleed wordt gestileerd afgebeeld. De kleuren van het dekkleed zijn dezelfde als de twee meest voorkomende of belangrijkste van het schild.


Wrong
.

Deze dient ervoor om de overgang van helm en helmteken te maskeren alsmede het geheel steviger aan elkaar te bevestigen. Kleuren vaak dezelfde als het dekkleed of één kleur daarvan.

Een helmteken genaamd ´vlucht´
Helmtekens
.

Als sinds het begin werden wapenfiguren niet alleen op het schild, maar ook op de helm aangebracht. Daarbij kwamen ook figuren voor zoals leeuwen, waaiers, ruitvormige schermen en dergelijke voor. Op het echte strijdtoneel waren dergelijke uitdossingen niet praktisch, maar op de riddertoernooien kwamen de imponerende tekens echt tot ontplooiing.

Gewoonte en recht.
Ridders waren de eerste wapenvoerders. Om een wapen te mogen voeren moest men ook met het zwaard omgord zijn.
In de 13e eeuw gingen de zoons van de grote leenheren, als opvolger van hun vader, over tot het voeren van het wapen; maar alléén nadat zij tot ridder waren verheven.
Zoals eerder besproken kwam daar later de adelstand bij. Aanvankelijk ging het wapen (alsmede de adellijke titels) over op de oudste zoon. Later kwamen ook de andere zoons -al dan niet buitenechtelijk (bastaardij)- in aanmerking voor het wapen, alhoewel toen nog met een breuklijn afgebeeld.
Het recht op een wapen werd sinds de 14e eeuw erkend voor ieder vrij man, of hij tot de adelstand behoorde of niet. Jurist Bartolo de Sassoferata (1314-1357) legde dit vast in een boekwerk. Hij schreef verder dat een wapen niet verleend hoefde te worden door een vorst of welke autoriteit dan ook, mits men maar geen wapen kopieerde (ursurpeerde) dat wederrechtelijk aan een ander toe behoorde.
De Sassoferata's opvatting werd in de Nederlanden door de bekende rechtsgeleerde Hugo de Groot (1583-1645) onderschreven.
Ten tijde van de Republiek is daar druk gebruik van gemaakt en door het ontbreken van heraldisch gezag zijn de regels niet altijd even goed in acht genomen.
Iedere Nederlander mag een wapen voeren mits deze niet een door de Kroon verleend én bij de Hoge Raad van Adel geregistreerd wapen is. Dit zijn de wapens van adellijke families en openbare lichamen zoals rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het is bovendien een goede gewoonte om niet het wapen van iemand anders aan te nemen of te voeren. Overeenkomst in familienaam geeft nooit het recht op een familiewapen, tenzij verwantschap is bewezen. 

Strikt genomen hebben alleen agnatische afstammelingen cq. nakomelingen in mannelijke lijn het recht een wapen onveranderd te voeren. Deze stelregel wordt niet al te streng toegepast. Denk bijvoorbeeld aan vererving van de familienaam in vrouwelijke lijn. De eerste wapenvoerder kan namelijk beslissen hoe groot de kring van de rechthebbende kan zijn: de eigen nazaten, de afstammelingen van een bepaalde voorvader, of zelfs vanaf de oudste gevonden voorvader in mannelijke lijn. Is de eerste wapenvoerder niet bekend of de keuze van de eerste wapenvoerder niet bekend, dan is het gebruikelijk de oudste gevonden voorvader in mannelijke lijn als uitgangspunt te verklaren.
Dochters voeren het wapen van hun vader onveranderd, maar zonder helm en helmteken. De vorm van haar schild is ruitvormig indien ongehuwd en ovaalvormig indien gehuwd. Een gehuwde dochter kan ook een gedeeld schild voeren met in de ene helft haar eigen wapen en in de andere die van haar man.
In Nederland kennen we een gewoonte recht, maar helaas geen wettelijk recht omtrent het voeren van familiewapens. Adel zoals eerder vermeld daarop uitgezonderd.
Familiewapens kunnen worden geregistreerd bij de landelijke organisaties het Centraal Bureau voor Genealogie en de afdeling heraldiek van de Nederlandse Genealogische Vereniging.

Op zoek naar een familiewapen.
Kennis omtrent de namen en woonplaatsen van uw voorouders is evident.
Vervolgens gaat u op zoek in de databases, wapencollecties en collectie lakzegels bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) in Den Haag en dito collecties van de Nederlandse Genealogische Vereninging (NGV) in Weesp. De medewerkers van de studiezaal kunnen u mogelijk nuttige tips geven.
Allerhande wapens zijn ook te vinden in naslagwerken, oude grafzerken en op wapenborden en gebrandschilderde raampartijen in en rond kerken en openbare gebouwen.

Nieuwe wapens.
Hoewel vele burgers een familiewapen hebben gevoerd, zijn ze niet meer allemaal te achterhalen. Wie geen oud familiewapen kan vinden, kan altijd nog een wapen (laten) ontwerpen.
Als uitgangspunt nemen we alle kennis die over het geslacht bekend is.
Zo kunt u in overweging nemen een bepaald type wapen aan te nemen, zoals:
a. Sprekende wapens: het direct of indirect in beeld brengen van de familienaam.
b. Beroepswapens: het direct of indirect in beeld brengen van een beroep.
c. Streekwapens: op het schild staat een stuk dat kenmerkend is voor een bepaalde streek of dat daar meer voorkomt dan elders.
d. Historische wapens: deze herinneren aan een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis van een geslacht.

Ontwerp geen overbeladen wapen: beperk het aantal verdelingen en bijfiguren. Kies geen wereldvreemde figuren.
Een wapen dat niet voldoet aan de regels van de heraldiek = géén wapen.
Laat uw ontwerp toetsen door een kundige heraldicus of ontwerp samen met een heraldicus een nieuw wapen.
Het wapen kan worden geregistreerd bij het Nederlands College voor Heraldiek. Publicatie geschied na registratie bij de NGV in Gens Nostra en het Heraldisch Tijdschrift; en bij de Hollandse Vereniging voor Genealogie in Ons Voorgeslacht. De aanvrager ontvangt een officiële wapenbrief op naam.
In beide gevallen wordt het wapen eerst beoordeeld op alle regels die in de heraldiek gelden. Als initiatiefnemer ontvangt u bij beide instellingen een wapenbrief in kleur.
Zie verder o.a. Gens Nostra, dec 2006, blz.740 e.v.

Vermeer familiewapens.

Oude wapens


 
Familiewapen van de Betuwse Vermeers.

In zilver een dubbelkoppige zwarte adelaar, rood getongd, goud gesnaveld en gepoot.
Helmteken: de adelaar.
Dekkleden: zilver en zwart.

Bronnen:
A.A. Vorsterman van Oijen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën met genealogische en heraldische aantekeningen, pl. 87; en Nederland's Patriciaat, 11e jaargang, 1920, blz. 302.
Opgenomen in de heraldische databank van het Centraal Bureau voor Genealogie.


Het wapen is al zeker sinds de 16e eeuw -en nog steeds- in gebruik binnen de familie.
 

Familiewapen Zevenaarse Vermeers. Een vertakking van de Betuwse Vermeers met een eigen -afwijkend- familiewapen.

In zilver een links geschuinde dwarsbalk van azuur.

Dragers: naamdragende nakomelingen van het echtpaar Johan Vermeer (1678-1733), schepen en ontvanger van Zevenaar, en Helena Wijnen (1682-1765).
Het wapen is sindsdien -en nog steeds- in gebruik binnen de familie.

Bronnen:
CBG, Collectie R.T. Muschart: Zegel van Johan Vermeer op 15-2-1719 te Zevenaar (lakafdruk collectie volmachten van de leenkamer van Gelderland), en op 5-9-1796 testeert H.W.A. Vermeer te Zevenaar (R.A. Gelderland te Arnhem, Kleefsche enclaves no. 201, besloten testamenten).
Genealogie door Mr. J.C. Maris van Sandelingenambacht in De Nederlansche Leeuw, Jrg. 1938, kol. 541 e.v.
Genealogie door J.F.Verster in De Wapenheraut, Jrg. 1898, blz. 114 e.v.

 

Familiewapen Losecaat Vermeer. Dit bestaat uit het wapen van de Betuwse Vermeers en het familiewapen Losecaat.

Schild gevierendeeld:
I en IV, wapen Betuwse Vermeer’s
II en III, wapen Losecaat

Wapen Vermeer, zie onder Betuwse Vermeers
Wapen Losecaat: In goud een links geopende halve maan, gaande over een golvende dwarsbalk, alles blauw.
Wapenvoerders: Pieter Losecaat, Raad van 's-Hertogenbosch 1783.
Jacobus Losecaat, Burgemeester en Raad van 's-Hertogenbosch 1815.
Bronnen:
CBG, TP NB, Her H. Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering, de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's-Hertogenbosch; Benoemd sedert de terugbrenging der stad onder het gezag der Staten-Generaal van de Vereenigde Nederlanden in 1629, blz. XVI, XXIII en XXVIII.
Tevens: graftombe bij de NH-kerk in Beek bij Nijmegen.

 


 
Familiewapen Meerkerkse Vermeers.

Schild gevierendeeld:
I en IV op rood 2 gekruiste degens van zilver, met de punten naar beneden;
II en III op goud drie rode dwarsbalken;
Helmteken: een burcht van zilver, getopt met 3 blauwe vanen, poort, valdeur en vensters blauw.

Bron:
CBG, collectie Damstra ref."66/128"; helaas niet meer onder dit nummer terug te vinden.
Frans van Rooijen, “de Meerkerkse familie Vermeer alias Wildschut” (1994).

Dit wapen werd aangetroffen bij enkele Vermeers met bestuursfuncties in Vlaardingen, 17e en 18e eeuw. Bron: "Vroedschappen der Stad Vlaardingen sedert den jare 1662...." uit het GA Vlaardingen. Zie publicatie in DNL 1933, kol.112 e.v.

Adriaen Dircksz Vermeer, vroedschap (aangesteld 1606, zelf onstlag 1620), schepen 1617-1619, thesauriër 1609-1610 te Vlaardingen.
Zijn wapen werd vergezeld door een wapen met daarop drie rozen (2-1). Mogelijk was dit het wapen van zijn echtgenote.

Dirck Pietersz Vermeer, vroedschap (aangesteld 1701, overleden 1729), schepen 1706-1710, huwelijkscommissaris 1722-1723 te Vlaardingen.

Tussen de verschillende personen hebben we nog geen familieband kunnen vinden. De roots lijken in het gebied van Pijnacker, Bleiswijk en Zevenhuizen te liggen. Is er een mogelijke connectie met de Westlandse Vermeers?
Een zwaan -al dan niet zwemmend- komt ook voor op het wapen van Steven Vermeer in Den Bosch.

 

Wapen van Steven Vermeer, ’s-Hertogenbosch.
Raad van ’s-Hertogenbosch en contrôlleur-generaal der redemptieën van de Meijerij van ’s-Hertogenbosch.
Hij was gehuwd met Ida Everhardtsdr Ter Stege.

Wapen: Gevierendeeld: I in zilver een zwarte pentalfa;
II in goud een halve adelaar, komende uit de rechterkwartierrand;
III in blauw een zilveren wiel; IV in goud een groen klaverblad.
Hartschild: In groen (blauw?) een zilveren zwaan met opgeheven vlucht.

Bronnen: CBG, 1.2.2, 's-Hertogenbosch 5 (wapenkaart), Naamen en Wapenschilden van de Edele Welachtbaare Heeren Regenten der Hoofdstad 's-Hertogenbosch nevens die der Pensionarissen
Griffiers en Secretarissen aldaar zeedert de Reductie in den Jaare 1629 tot den Jaare als de laatste vertoond.
CBG, TP NB, Her H. Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering, de pensionarissen, griffiers en secretarissen van Hertogenbosch; Benoemd sedert de terugbrenging der stad onder het gezag der Staten-Generaal van de Vereenigde Nederlanden in 1629, blz. IV.


Het wapen is aangetroffen op diverse lakzegels (Brabant Archieven) en in een geschrift genaamd 'Memoriael van het Geslachte ende afkomste van Michiel Schultinck' (door Nicolaas Schultinck, 1650) origineel bij de Koninklijke Bibliotheek onder kenmerk 131 E 28.
Afdrukken van het origineel in Gens Nostra, apr/mei 2005, wapen Steven Vermeer x Ida ter Steege op blz.247.

De kleurstellingen zijn in de diverse bronnen niet gelijk. Mogelijk was de kleur van het hartschild blauw i.p.v. groen. Daarmee heeft het gelijkenis met het wapen zoals aangetroffen in Vlaardingen.

 


 
Wapen van Jacob Vermeer
lid van de Vroedschap van Alkmaar, † 10-12-1642

Wapen: In goud een zittende aap, in de rechterhand een gebladerde groene tak houdend, vergezeld in de
schildvoet van twee toegewende zwijnskoppen, alles van natuurlijke kleur.

Bron, G.A. Almaar (ook in G.A. Delft):
W. van der Lelij: "Namen en wapenen der Ed. Agtbaare Heeren Vroedschappen der stad Alckmaar", blz.6.

Vermeer, Arnhem.
Uit: J.B. Rietstap, Armorial Général

Vermeer
Écartelé: aux 1 et 4, d'argent, à l'aigle éployée de sable;
aux 2 et 3, de gueules, à trois grelots d'or. Bourlet de sable et d'argent.
Gevierendeeld. 1 en 4. Zilver, beladen met een zwarte [dubbelkoppige] adelaar. 2 en 3. Van rood, beladen met drie gouden belletjes. Dekkleden zilver en zwart.

Wijnen
De gueules, à trois grelots d'or.
Van rood, beladen met drie gouden belletjes.


Dit wapen werd op persoonlijke titel gevoerd door Walraven Vermeer, gedoopt 13-06-1679 te Nijmegen, zoon van Johan Vermeer en Helena Wijnen. Het is afgebeeld in het wapenboek van het muziekgezelschap St.Caeciliaconcert te Arnhem, januari 1708.

Een wapenbord met daarop nevenstaand wapen is onlangs aangetroffen bij nazaten van emigranten in Amerika.


Van der Meer en Vermeer, Rotterdam en Utrecht.
Dit wapen is gevoerd door:
Hobbe Hugensz van der Meer, vroedschap te Rotterdam (1508-1540);
Hubrecht Hugesz van der Meer, leenman van het huis Honingen (broer van voorgaande);
Nageslacht van Dirck Dircksz Vermeer (gehuwd met Elisabeth Jacobs de Nole), gemenelandstimmerman van het Hoogheemraadschap van Schieland. Zijn nazaten woonden in Utrecht, waaronder:
Justus Vermeer (1634-1705), ontvanger van de Utrechtse Statenrol, vroedschap te Utrecht;
Cornelis Vermeer (1667-1721), medisch doctor; en
Justus Vermeer (1696-1745), advocaat aan het Hof van Utrecht, ouderling aldaar, schreef tevens theologische geschriften.

Bron: oa. A.M. Verbeek, Opstellen Van der Meer en Vermeer in het Delf- en Schieland, deel A, opstel 9, blz. 161 e.v.

Het wapen hangt (hing?) in de hal van het Utrechts Archief.

Rietstap vermeld in Armorial Général abusievelijk een zwarte leeuw.
 


 
Vermeer, Utrecht (2).

Wapen van Johan Vermeer, deken van de Mariakapel in Utrecht.
Op zilver een rode koper vergezeld van drie blauwe lelies.

Bron: RA Utrecht, Monumenta van Buchel (Aernout van Buchel), handschrift, blz.130, fol.68v.

Zie verder www.hetutrechtsarchief.nl
Daar is het handschrift van Buchel in het geheel te bekijken.


 
Vermeer, Utrecht (3).

Wapen van N.N. Vermeer, kanunnik van de Mariakerk te Utrecht.
In dit gevierendeelde wapen herkennen we meteen het wapen uit Utrecht (2), vergezeld door nog drie kwarten. Mogelijk zijn dit de wapens van de moeder en beide grootmoeders van de drager, wiens voornaam ons niet bekend is.

Bron: RA Utrecht, Monumenta van Buchel (Aernout van Buchel), handschrift, blz.127, fol.67.

 


 
Vermeer, Holland (3).
Uit: J.B. Rietstap, Armorial Général.

Helaas geen verdere gegevens.
Mogelijk wordt hier het wapen bedoeld van de Betuwse Vermeers. Het is waarschijnlijk dat dit een misinterpretatie betreft: namelijk een telg van de Betuwse Vermeers woonachtig in het westen van het land. De adelaar is dan eigenlijk dubbelkoppig en het schild niet goud maar zilverkleurig.


Nieuwe wapens:
 

Vermeer, Harderwijk (1).

Van goud (geel), blauw gekoust, beladen met een beurtelings gekanteelde dwarsbalk van het één over het ander (goud over blauw, blauw over goud).
Helmteken: een uitkomende arm met gebalde vuist, vasthoudende een zeis.
Dekkleden: blauw gevoerd van goud.

Motivatie:
Door het gouden schild te 'kousen' ontstaat een V-vorm naar Vermeer. De dwarsbalk is, alleen nu beurtelings i.p.v. enkel gekanteeld, gebaseerd op de dwarsbalk uit de gemeentevlag van Harderwijk. Ook kleurstelling goud (geel) en blauw is die van Harderwijk, de plaats van herkomst.

De zeis is een verwijzing naar ten eerste de agrarische achtergrond van in ieder geval de eerste negen generaties; en ten tweede naar voorvader Claes Martensz die in Hierden een herberg had die 'de Zeyse' heette (1540, 1552).

Geregistreerd bij het Nederlands College Heraldiek onder nummer NRF 2018.263.



 
Vermeer, Harderwijk (2).

Wapen voor Andries Vermeer, geboren 09-09-1855 te Harderwijk, zoon van Rende Vermeer en Jannetje Hamstra; en voor diens nazaten.
De gestilleerde bloemen zijn waarschijnlijk een verwijzing naar de Hortus in Harderwijk, waar Andries opgroeide en zijn vader tuinier en stadswerkbaas was.
Het wapen is vastgelegd in een zegelring en een wapentekening.


 
Vermeer, Waalwijk (uit de Udenhoutse familie).

Schild: In zwart een versmald zilveren schuinkruis vergezeld van vier gouden meerbladeren.
Helmteken: een omgekeerde gouden krakeling voor een zilveren vlucht.
Dekkleed: zwart, gevoerd van goud.

Dragers: Voor naamdragende nakomelingen van Petrus Laurentius Vermeer, geb, 18-05-1846 te Waalwijk, ovl. 16-11-1899 Dongen, gehuwd (1879) met Angelina Maria Oomen (1850-1910).

Ontwerp: 2009, drs. W.M.T. van Zon i.s.m. Mark Vermeer (aanvrager).
Opgenomen in het register familiewapens van de NGV onder nummer 2010.168.

Rhemrev.
Deze familie is een vertakking van de Zevenaarse cq. Betuwse Vermeers in Nederlands Oost-Indië.

Suggestie en ontwerp: Rendert P. Vermeer, 2006.
Omdat Rhemrev = Vermehr achterstevoren, is gekozen om de kleurstelling van het wapen van de Zevenaarse Vermeers om te draaien en de schuinbalk i.p.v. linksgeschuind nu rechtsgeschuind te plaatsen. Op de schuinbalk staat in drievoud de zwarte dubbelkoppige adelaar uit het wapen der Betuwse Vermeers waaruit zowel de Zevenaarse Vermeers als de tak van de familie Rhemrev afstamt.
Als helmteken zou de adelaar in aanmerking komen.




Weblinks:

NGV - registratie

H.K. Nagtegaal (heraldisch tekenaar).
W. Coolen
(heraldisch tekenaar).
Schilderijen van familiewapens (Menno Nijland, heraldisch schilder)

Aanbevolen literatuur en naslagwerken:
Familiewapens, oud en nieuw; door Drs. J.A. de Boo (CBG-reeks nr.6, Den Haag 1977). Hierin alle grondbeginselen.
Heraldiek, door Drs. J.A. de Boo (Bussum 1973).
Heraldiek en genealogie, een encyclopedisch vademecum, door C. Pama (1969).
Heraldisch Vademecum, door H.K. Nagtegaal (CBG-reeks no.20, Den Haag 2003)
Rietstap's Handboek der Wapenkunde, door C. Pama (Leiden 1961).

J.B. Rietstap, Armorial Général (Gouda 1884-1889). Beschrijving van meer dan 120.000 Europeese familiewapens. Nadeel is het ontbreken van vindplaatsen en bronnen.
Foutieve wapens uit dit boekwerk werden verbeterd door R.T. Muschart en gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw, Jaargangen 1947-1954.